Verbouwen, dat is te gek. Een compleet verbouwvocabulaire, bestaat er. Dat wist ik niet. Vooral de aannemer is een bron van inspiratie. Henk, heet-ie. Ik gebruik dagelijks het woord ‘schaft’ en hoor elke dag nieuwe dingen. Dat komt natuurlijk een beetje doordat ik me er nog nooit eerder in heb verdiept. Een beetje omdat ik een kluns ben en stiekem een beetje omdat ik een vrouw ben. Hieronder mijn top 5 van woorden, uitdrukkingen of aannemergrappen die je leven verrijken. Zelfs als je niet verbouwt.

5. Stevie Wonder en rare kwasten

“Hé Carly, heb je de vrouw van Stevie Wonder weleens gezien?” vraagt Henk. Ik hoor mezelf nee zeggen. “Hij ook niet.” Ik schiet in de lach. Henk schroeft een gipsplaat tegen de muur. Even later: “Stevie Wonder was laatst bij de garage om zijn auto terug te brengen. Weet je waarom? Hij vond de kleur niet mooi.” Ik schiet opnieuw in de lach, terwijl ik een muur schilder in de kleur instrument (die verfkleuren hebben bijzondere namen). Henk is op dreef. “Car, die kwast is niet goed hoor.” Ik schrik en voel me dommig. Dat gebeurt de laatste dagen opvallend vaak. “Hij geeft af, joh.”

4. Rachel

Planken op de muur, ja hoor. We gaan een muur beplanken. Want we krijgen vloerbedekking op onze slaapkamer en we houden toch van hout. Of ik wat racheltjes wil halen. Ik zeg dat ik dat wel even regel en stort mezelf in Google. De afgelopen tijd heb ik mezelf aangeleerd te doen alsof ik best een klusser ben en dit soort dingen gewoon begrijp. Afbeeldingen helpt niet; ik vind alleen vrouwen. Rachel McAdams of Rachel de aartsmoeder. ‘Raggel’ dan? Nee, zo spel je het dus niet. Ik heb Henk het woord ‘rachelwerk’ horen gebruiken. Dat biedt uitkomst. O, dát zijn dus rachels. Houten plankjes die je ergens opzet, zodat je er vervolgens iets anders tegen aan kan timmeren. Rachelwerk. Als een soort raster. Waarom het geen raster heet, snap ik eigenlijk nog steeds niet. Rachels dus. Hoe gaat het met jouw rachelwerk? Nou prima, dank je.

3. Stempels

Een muurtje slopen. Wat kan er fout gaan? Zes jonge honden vol testosteron en koevoeten staan te popelen om te beginnen. Uiteraard hebben ze dit allemaal al eerder gedaan. Appeltje eitje. “Hooooo, stop maar even”, hoor ik er eentje zeggen. We blijken te stuiten op een verzakte balk. Beteuterd staan we eromheen. “Zou die dragend zijn?” Iedereen vindt dat de balk dragend zou kunnen zijn. “Je moet eigenlijk even een stempeltje regelen.” Natuurlijk, een stempel. Een uitschuifbare paal die dient als ondersteuning: hoe zullen we dat noemen? Nou, een stempel dus. Henk komt even kijken en besluit dat de balk niet dragend is. “Beetje stutten met een plankie is prima.” De stempel is niet nodig. Soms is een plankie genoeg.

2. Afdoppen en kroonsteentjes

Voor de vierentachtigste keer naar de bouwmarkt om een beetje lak te kopen. Dat kan ik inmiddels uitstekend. “Neem even van die afdopschroefjes mee voor de radiator, maatje 12. En kroonsteentjes.” In de winkel kijken sommige medewerkers me meewarig aan. Ik ben blond en wek in bouwwinkels vermoedelijk een schaapachtige indruk. “Ik zoek afdopdingetjes voor de radiator.” De klusmarktmedewerker reageert nauwelijks. “Maatje 12”, vul ik aan. Ik heb geleerd dat getallen in klustermen vaak staan voor diameters of andersoortige cruciale afmetingen.“Hebben we, loop maar mee.” Alsof ik nooit anders heb gedaan, zeg ik vervolgens: “En de kroonsteentjes vind ik in pad …?” “32”. Top. Missie geslaagd. Thuis vraag ik waarom je kroonsteentjes in vredesnaam in het lichtpad moet zoeken als je ze voor de radiator nodig hebt.

1. Randaardes en roodbandstuc

“Timmerman?!”, hoor ik Henk van boven roepen. Ja, mijn achternaam is Timmerman. De ironie. “Wil je op de slaapkamer ook overal randaardes?” Ik denk na. Een randaarde. Dat klinkt als iets wat met elektra te maken heeft. En dat is dan weer logisch omdat ik net een paar groepen moest uitschakelen van Henk. “Wat zou jij doen?” antwoord ik. Ik hoor hem grinniken. “Weet je wat een randaarde is?” Ik schud nee. Dat ziet Henk natuurlijk niet. “Nee hè? Wacht, ik laat het je zien.” Ik help met draden doortrekken, want Henk is zijn veer vergeten. Het gaat allemaal in één keer goed. Ik kan dit dus gewoon. Ik heb randaardes doorgetrokken in onze slaapkamer en er is niemand gewond geraakt. In de supermarkt bel ik even met mijn moeder en zeg: “Ik denk dat we voor roodbandstuc gaan, mam. Dat lijkt me beter.” De mannen voor me in de rij bij de kassa kijken verwonderd om. Ha! Wordt die Timmerman toch nog een doorgewinterde klusser.